Polsbreuk.com Betrouwbare medische informatie

Complicaties en problemen


Bij elke behandeling of operatie kunnen zich problemen of complicaties voordoen. Om deze te minimaliseren zal de chirurg kijken welke behandeling voor u het beste is en dit van te voren met u bespreken. Ondanks onze uiterste zorg en behandeling kán het voorkomen dat zich complicaties voordoen. Hieronder leest u hier meer over en wat u zelf kunt doen om deze te voorkomen of verhelpen.

Infecties na operatie
Komt gelukkig maar zeer zelden voor dankzij antibiotica rondom de operatie en de steriliteit in de operatiekamer. Infecties herkent u aan roodheid en soms pus uitvloed uit de operatiewond. Ook kunt u zich ziek of koortsig voelen. In dat geval meldt u zich direct bij uw ziekenhuis poli of spoedeisende eerste hulp s'avonds, s'nachts of in het weekend. Infecties komen vaker voor na open botbreuken en bij mensen met een verminderde weerstand zoals diabetes- of reuma patiënten.

Vertraagde botgenezing
Soms groeit het bot langzamer of helemaal niet. Dit kan door een aantal zaken voorkomen zoals roken en het hebben van suikerziekte of reuma. Ook kan het voorkomen dat het bot niet voldoende gefixeerd bleek te zijn. Soms is er in uitzonderlijke gevallen sprake van een ontsteking van het bot na een bijvoorbeeld een open botbreuk of operatiewond. Probeer gedurende de botgenezing (6-8 weken) te stoppen met roken of sterk te verminderen. Zorg ervoor dat uw suikers goed ingesteld zijn.

Gipsklachten
Klik hier voor gipsklachten

Verplaatsing van de breuk/scheef aangroeien
Soms zakt ondanks de behandeling, het bot van het spaakbeen (radius) toch wat verder in. Hierdoor lijkt er soms een "bocht" of zwanenhals in de pols te zijn ontstaan. De functie van de pols is gelukkig meestal hierdoor niet aangedaan en hebben de meeste patiënten hier weinig hinder van in het dagelijks leven. Soms kan een ondersteunende, afneembare brace prettig zijn bij zwaardere activiteiten of handelingen.

Tintelingen na een operatie
Er kunnen (tijdelijke) tintelingen ontstaan na een operatie. Meestal is dit ten gevolge van druk op de zenuwen door de gebruikte instrumenten tijdens de operatie. Hierdoor raken kleine gevoelszenuwen (tijdelijk) in de verdrukking en zijn gekneusd. Dit herstelt zich vaak in 6 tot 12 weken na een operatie. Indien de klachten aanhouden en niet verminderen dient u contact op te nemen met uw behandelaar.

Carpaal Tunnel Syndroom (CTS)
In enkele gevallen kan de "tunnel" aan de binnenzijde van de pols door vocht of druk vernauwd raken. Hierdoor kan er een handzenuw bekneld raken waardoor tintelingen in de vingertoppen ontstaan. Met name s’ nachts kunnen de klachten verergeren. De behandeling bestaat dan uit rust door een nachtspalkje, eventueel een injectie met ontstekingsremmers of een kleine chirurgische ingreep waarmee de tunnel geopend wordt en de zenuw weer ruimte krijgt.

Infecties bij K-draden of Fixateur
Indien u behandeld bent met een externe fixateur of k-draden is het belangrijk de pennen die uit de huid steken,
regelmatig met alcohol te verschonen. U moet voorkomen dat er korstjes rondom de pennen ontstaan omdat er anders gevaar dreigt van een infectie rondom de schroefpennen. U kunt dan pus en/of roodheid rondom de insteek openingen bemerken. Meldt u zich in uw ziekenhuis als u dit constateert

Dystrofie (CRPS)
In zeldzame gevallen kan na de behandeling dystrofie (of: CRPS-1) ontstaan. Verschillende onderzoeken hebben uitgewezen dat vitamine C gebruik tijdens de behandeling dit soms kan voorkomen (zie
nabehandeling). De allerbelangrijkste manier om dystrofie te voorkomen is om de pols vlot na de behandeling weer te bewegen en te gebruiken als voorheen. Soms betekent dat er voorzichtig door pijn heen geoefend moet worden. Een fysiotherapeut of handtherapeut kan u hierbij helpen.

Klachten van plaat of schroeven
In zeldzame gevallen kunnen patiënten klachten krijgen van het uitstekende plaat- en schroef materiaal. Pezen en soms de huid kunnen hierdoor geïrriteerd raken of zelfs knappen. Dit kan dan een reden zijn om het materiaal te laten verwijderen. In principe is het materiaal gemaakt voor levenslang gebruik. Er kunnen geen allergieën optreden of afstotingsreacties. Ook het poortje op luchthavens gaat niet af.

Peesbeschadiging
Soms kan een schroefje in het bot leiden tot steekpees beschadiging waardoor het ineens onmogelijk is om duim of andere vingers te strekken of te buigen. Indien u dit bemerkt moet u zich melden in het ziekenhuis bij uw chirurg. De geknapte pees moet dan weer gehecht worden en soms het plaatmateriaal verwijderd worden.

Blijvende stijfheid van de pols
Doordat het kraakbeen soms beschadigd is, kan de pols blijvend stijfheid oplopen. Meestal bemerkt u dit niet in het dagelijks functioneren. In uiterste gevallen kan dit leiden tot vervroegde slijtage, stijfheid en pijnklachten. Fysiotherapie kan hierbij helpen. Soms is aanvullend onderzoek in de vorm van een scan of kijkoperatie nodig om te zien wat het probleem veroorzaakt.

Beschadiging banden/TFCC
Bij een polsbreuk is er vrijwel altijd ook schade van 'de meniscus van de pols' het TFCC. Dit ingewikkelde bandencomplex bevindt zich tussen de middenhandsbeentjes en ellepijp en functioneert als schokdemper. Door de breuk te behandelen, behandelen we ook dit bandensysteem zodat het weer kan vastgroeien. In zeldzame gevallen houden patienten hier klachten van. Een scan of kijkoperatie kan dan aantonen of dit hier problemen zichtbaar zijn. In uiterste gevallen is een aanvullende hersteloperatie hiervan nodig.