Operatieve technieken
Er zijn verschillende operatieve behandelingen mogelijk. De techniek is afhankelijk van het type breuk, de uitgebreidheid en de staat het weefsel rondom het bot. Het streven is echter om een polsplaat te plaatsen wanneer dit kan, omdat de patiënt dan direct na de operatie kan bewegen en oefenen. In sommige gevallen is dit niet mogelijk en moet naar andere technieken gekeken worden. Dit wordt met u tijdens het consult besproken.
Polsplaat
De polsplaat is een voorgevormde plaat van roestvrij staal of titanium die de breuk inwendig op zijn plaats houdt met schroefjes. Het voordeel van deze operatie is dat de meeste patiënten direct na de operatie zelf kunnen oefenen, gips is immers niet meer nodig. Het plaatje kan levenslang blijven zitten tenzij er klachten zijn. Dan kan het na ongeveer een jaar veilig verwijderd worden
Direct na de operatie kan en mag de pols onbelast, bewogen worden. Het drukverband mag na 24-48 uur thuis verwijderd worden. De hechtingen lossen vanzelf op, tenzij anders aangegeven. De eerste 6 weken mogen alle polsbewegingen geprobeerd worden (zie oefeningen). Zes weken na de operatie wordt een röntgenfoto gemaakt en wordt samen met de patiënt gekeken of er nog fysiotherapie noodzakelijk is.
Externe Fixateur
De Externe fixateur is een stellage over de breuk heen, bevestigd met schroeven in het bot en steekt buiten de huid uit. Het voordeel hiervan is dat de genezingscellen in de breuk onaangetast blijven en er geen kans is op infectie ter plaatse van de breuk. Er zijn slechts 4 kleine sneetjes nodig om de fixateur aan het bot te bevestigen (2 bij hand en 2 bij de onderarm). Na 6 tot 8 weken wordt de fixateur poliklinisch verwijderd (geen narcose nodig!). Nadelen van de fixateur zijn: de pengaatjes kunnen ontsteken en moeten daarom ook dagelijks schoongemaakt worden met water; Er kan niet vroegtijdig met de pols geoefend worden. Deze techniek wordt dan ook alleen gebruikt bij zeer ernstige breuken.
K-draden
K-draden zijn dunne metalen pinnetjes (1.6 mm) die in het bot geboord kunnen worden. Deze techniek wordt in de praktijk vaak gebruikt bij kinderpolsbreuken. Meestal zijn 4 weken genoeg om het bot te laten herstellen. Deze kunnen hierna vaak poliklinisch verwijderd worden waardoor uw kind niet opnieuw onder narcose hoeft. De K-draad behandeling wordt altijd gecombineerd met gips waardoor de k-draden veilig opgeborgen zitten onder het gips.
Een Polsplaat, Fixateur externe en k-draden bij volwassen patienten